08/01/2019
Alexis Elewaut

Wat bepaalt de wetgeving?


In de wetgeving over verenigingswerk is een verbod bepaald wat betreft een combinatie van verenigingswerk en vrijwilligerswerk voor dezelfde vereniging in dezelfde periode. De RSZ-administratie verduidelijkte haar interpretatie hierover. Wat kan (niet)?

  • De wet is duidelijk: een combinatie van vrijwilligerswerk en verenigingswerk bij dezelfde vereniging is niet mogelijk. Verenigingswerk doen bij Vereniging A en in dezelfde periode Vrijwilligerswerk doen bij Vereniging B is dus wél mogelijk. Uitzondering hierop is het vrijwilligerswerk met verhoogd plafond (voor specifieke vrijwilligers in de sportsector): wie in een bepaald kalenderjaar verenigingswerker is (geweest), kan geen gebruik maken van het verhoogde plafond als vrijwilliger, ongeacht of dit binnen dezelfde of een andere vereniging is.
  • De interpretatie van de RSZ m.b.t. het begrip 'in de periode': 
    • het is toegelaten -zoals reeds verduidelijkt werd in de Memorie van Toelichting- om binnen dezelfde organisatie het statuut van vrijwilliger te laten volgen door een statuut als verenigingswerker (of omgekeerd). Een soepele overgang tussen beide statuten is dus verzekerd.
      • Voorbeeld: een verenigingswerker werkt als trainer van januari tot mei. Van juni tot oktober werkt dezelfde persoon als vrijwilliger achter de toog voor dezelfde organisatie. => Dit kan wél!
    • het is niet toegelaten om een opeenvolging van contracten te laten plaatsvinden waarbij er opzettelijk telkens één dag (of een korte periode) tussengelaten wordt, zodat beide statuten voor dezelfde vereniging gecombineerd kunnen worden.
      • Voorbeeld: een verenigingswerker werkt van maandag tot vrijdag als trainer, op zaterdag en zondag tapt hij als vrijwilliger. De volgende week start hij opnieuw op maandag als trainer (verenigingswerker), enz. => Dit kan niet!